Liefde is troef
Door Rachel Marbus 12 dec 2024
“Ziek in je hoofd!”, “Je douwt het door m’n strot”, “Smerige pedofielen zijn jullie”, “Ik heb serieus niks tegen homo/lesbies of welke naam dan ook, maar kappen nou!”
Zomaar een korte bloemlezing aan reacties die ik online krijg. En met mij vele anderen uit de LHBTI+ gemeenschap. RTL becijferde dat bij hun nieuwsberichten vrouwelijke queer personen 1 op de 5 keer dat zij actief zijn, haat terug ontvangen. Dat is 49% vaker dan bij anderen. Die onversneden haat is eng en daarenboven in extreme mate toegenomen, het maakt dat mijn eigen visie over anonimiteit, online reageren en privacy aan het schuiven gaat.
Laat me voorop stellen dat het verschuiven van de blik op privacy er ook wel een beetje bij hoort, van oorsprong gezien is het een fluïde begrip – wat wij als privacy definiëren is niet voor eens en altijd te vangen, het verandert met de tijd, de opvattingen en de cultuur mee. Voor RTL betekenen de uitkomsten van het onderzoek dat zij veel forser gaan ingrijpen – berichten verwijderen, of in het uiterste geval geen reacties toelaten.
Online anonimiteit en ook pseudo-anonimiteit hebben ontzettend belangrijke functies. Het maakt dat burgers zich kunnen uitspreken over onrecht, misstanden aan de kaak kunnen stellen en hun privéleven kunnen afschermen voor het grote publiek. En dat er grenzen zijn aan deze privacyaspecten, daarover zijn we het ook al tijden met elkaar eens. Niet alles kan of mag, zeker niet als het gaat om strafrechtelijk relevant handelen – denk aan discriminatie en haatzaaien.
Zo’n 30 jaar geleden discussieerden we over waar het recht op privacy online ophoudt, of anonimiteit absoluut zou moeten zijn, of privacy überhaupt wel bestaat in een wereld waarin transparantie de ‘default setting’ is. Wellicht groener en activistischer was ik voorstander van die optie op absolute privacy door anonimiteit, maar geconfronteerd met een extreemrechtse regering en heel erg nare haatboodschappen aan mijn persoon, merk ik dat ik twijfel als ik mijn queer-zijn online laat zien. Want ik weet dat als ik de Gemeente Den Haag en onze Burgemeester dank voor hun steun aan de queer gemeenschap, dat ik berichten als bovenstaand krijg. En ik woon in Den Haag. En wie op mijn naam zoekt, vindt allerhande informatie over me. En ik heb een kind. En een kat. En die wonen ook in dat huis waar ik woon. En wat nou als ze me vinden?
Uit cijfers van de Rijksoverheid blijkt dat ongeveer zeven op de tien LHBTI+ personen in hun leven te maken krijgen met fysiek of verbaal geweld om wie ze zijn. Jaarlijks worden minder dan vijf daders voor LHBTI+ discriminatie veroordeeld. En uit recent onderzoek van de Erasmusuniversiteit blijkt dat daders bovengemiddeld vaak man zijn en bovengemiddeld vaak eerdere strafbare feiten op hun naam hebben, vergeleken met geweldplegers in het algemeen. De meeste van deze daders plegen geweld, omdat zij een afkeer hebben van LHBTI+ uitingen. Het gepercipieerde gevaar is dus niet denkbeeldig.
Toch blijf ik doorgaan met het normaliseren van niet-hetero zijn. Want ik besta en dat ga ik niet ontkennen. Maar wel iets voorzichtiger, en vooral ook met de hulp van anderen. Die vele anderen die niet LHBTI+ zijn maar nog wel in de stille anonimiteit leven. Aan hen vraag ik om uit die anonimiteit te komen, help mij en anderen door de haat online te overstemmen met liefde. Al is het maar door een hartje bij een LHBTI+ nieuwsbericht te plaatsen.
Mr. Rachel Marbus
@rachelmarbus op X
Deze column verscheen in IB5-2024